TESLA MODEL S 2017 Handleiding (in Dutch)
Manufacturer: TESLA, Model Year: 2017, Model line: MODEL S, Model: TESLA MODEL S 2017Pages: 202, PDF Size: 5.45 MB
Page 111 of 202

8. BestuurdersassistentieAls de Model S is uitgerust met componenten voor bestuurdersassistentie, kunt u de functies
beheren die voor een veiligere en comfortabelere rijervaring zorgen (zie Over
bestuurdersassistentie op pagina 70).
9. Service & Reset
Schakel verschillende servicefuncties in en uit:
Page 112 of 202

Overzicht Climate controlDe bediening van climate control wordt permanent weergegeven aan de onderzijde van het
touchscreen. Standaard staat climate control altijd op Auto; dat zorgt voor een optimaal comfort
onder alle normale omstandigheden. Als u de temperatuur aanpast, past het systeem automatisch
de temperatuur, de airconditioning, de luchtverdeling en -circulatie en de aanjagersnelheid aan om
de ingestelde temperatuur te bereiken en aan te houden. Tik op Auto om deze instellingen te
overrulen (zie Climate control instellen op pagina 112).
De aanjager, de verwarming en de airconditioning worden alle door de batterij gevoed. Dat betekent dat langdurig gebruik van deze systemen de actieradius kan verminderen.
Opmerking: De onderstaande afbeelding is uitsluitend bedoeld ter verduidelijking. Afhankelijk van de voertuigopties, de softwareversie, het land van bestemming en de instellingen kan de
informatie op het touchscreen enigszins afwijken.
1. De voorstoelen zijn uitgerust met thermostatisch geregelde stoelverwarming met 3 standen (1
= laagste stand, 3 = hoogste stand).
Als de verwarming is ingeschakeld, branden de controlelampjes rood en wordt de stand van
de verwarming aangegeven.
Opmerking: Als de Model S is uitgerust met het optionele Cold Weather-pakket, kunt u ook de stoelverwarming van de achterstoelen, de verwarmde ruitenwissers en het verwarmde stuur
bedienen door te tikken op Controls > Cold Weather (zie Bediening op pagina 103). Als de
auto uitgerust is met de optionele executive zitplaatsen op de achterbank, kunt u de
verwarming van de zitting en de rugleuning van elke passagiersstoel op de tweede rij
afzonderlijk regelen.
2. Tik op de pijl omhoog of pijl omlaag om de temperatuur in het interieur in te stellen. Tik op SYNC TEMP in de pop-up die verschijnt als u op het pijltje tikt. Op deze manier kunt u detemperatuur voor bestuurder en passagier tegelijkertijd instellen.
3. Automatische/handmatige climate control (zie Climate control instellen op pagina 112).
4. De voorruitverwarming leidt een luchtstroom naar de voorruit. Tik eenmaal om in te schakelen, een tweede keer om de verwarming en ventilator op de maximale stand te laten
werken en een derde keer om de luchtverdeling, verwarming en ventilator terug te zetten op
de vorige instellingen.
5. Zet de climate control aan/uit.
6. De achterruitverwarming werkt gedurende 15 minuten en wordt dan automatisch uitgeschakeld. Ook de buitenspiegels zijn verwarmd.
Opmerking: Afhankelijk van de bouwdatum en de gekozen opties bij de aankoop van de auto,
is de auto al dan niet uitgerust met verwarmde buitenspiegels.
Attentie: Om verbranding bij langdurig gebruik te voorkomen, moeten personen met
aandoeningen aan het zenuwstelsel en mensen met beperkt vermogen om pijn te voelen vanwege diabetes, leeftijd, neurologische problemen enz. extra voorzichtig zijn bij het gebruik
van de climate control en de stoelverwarming.
Climate control
Touchscreen gebruiken111
Page 113 of 202

Climate control instellen
Het systeem zorgt volledig automatisch voor een optimaal comfort onder alle normale
omstandigheden. U hoeft alleen de gewenste temperatuur in te stellen, en het systeem past
automatisch de airconditioning, de luchtcirculatie, de luchtverdeling en de aanjagersnelheid aan
om uw geselecteerde temperatuur te bereiken en aan te houden.
Tik op AUTO om de automatische instelling uit te schakelen en de individuele instellingen aan te
passen. Tik vervolgens op de instelling die u wilt veranderen. Wanneer u een instelling wijzigt,
verandert het pictogram AUTO van blauw in grijs en wordt RESET AUTO weergegeven. Tik op RESET AUTO om alle instellingen op het scherm weer te veranderen in hun standaardwaarden. U
kunt ook tikken op AUTO in combinatie met een individuele instelling om deze weer te veranderen
in zijn standaardwaarde.
1. Tik op RESET AUTO om alle instellingen weer te veranderen in hun standaardwaarden.
2. Tik op A/C ON of A/C OFF om de airconditioning aan of uit te zetten. Als u de airconditioning uitschakelt, neemt het koelen af, maar bespaart u energie.
Omdat de Model S veel stiller is dan een auto met een gewone verbrandingsmotor, kan het
zijn dat u de compressor hoort werken. Verlaag de aanjagersnelheid of om het geluid te
beperken.
Climate control
112Model S Owner
Page 114 of 202

3. U kunt de aanvoer van buitenlucht naar de Model S instellen:Van buitenaf wordt frisse lucht aangevoerd in de Model S (zie Ventilatie
op pagina 114). Alhoewel minder e
Page 115 of 202

Ventilatie
De buitenlucht wordt aangezogen in de
Model S via een rooster onder de voorruit.
Houd dit rooster vrij van bladeren, sneeuw e.d.
Richt de ventilatieroosters omhoog, omlaag,
naar links of naar rechts om de luchtstroom in
de Model S te regelen.
Opmerking: De buitenste ventilatieroosters
kunnen ook op de zijruiten gericht worden om
deze te ontwasemen.
Interieurfilter
De Model S heeft een interieurfilter dat stof,
roet, pollen en andere deeltjes opvangt. Tesla
vervangt dit
filter tijdens de geplande
onderhoudsbeurten elke 12 maanden, of elke
20.000 km.
Cabin Overheat Protection De climate control kan de temperatuur in het
interieur verlagen bij extreem hoge
omgevingstemperaturen gedurende twaalf uur
nadat u uit de Model S stapt. Wanneer deze functie is ingeschakeld, wordt de
airconditioning ingeschakeld als de
temperatuur in het interieur hoger is dan 40
Page 116 of 202

Tips voor bediening van de climatecontrol
Page 117 of 202

Opmerking: Indien uw Model S is uitgerust
met actieve luchtvering (Smart Air Suspension), hoort u mogelijk het geluid vande compressor wanneer de Model S start en
het reservoir van het systeem zich vult met lucht.
De actieve luchtvering heeft zowel een
handmatige als automatische modus.
Handmatige niveauregelingLet op!: Controleer of er zich geen
obstakels onder en boven de Model S bevinden voordat u de hoogte van de
auto aanpast.
Het handmatig omhoog brengen van de Model S is handig wanneer u extra
bodemvrijheid nodig hebt, zoals bij steile
opritten of hellingen, diepe sneeuw,
verkeersdrempels enz.
Gebruik het touchscreen om de rijhoogte
handmatig te wijzigen terwijl de Model S
ingeschakeld is of terwijl u het rempedaal
ingetrapt houdt. Tik op Controls > Suspension
en selecteer een van deze opties:
Page 118 of 202

Een locatie voor automatisch verhogen
verwijderen
Als u niet wilt dat de vering automatisch
verhoogd wordt op een opgeslagen locatie,
tikt u op de X in het statusbericht voor
automatisch verhogen dat een opgeslagen
locatie weergeeft. Hiermee wordt de locatie
verwijderd en gaat de vering niet langer automatisch omhoog wanneer u op die locatie
aankomt.
Opmerking: Wanneer u op een opgeslagen
locatie voor automatisch verhogen de vering
tot Standard of Low verlaagt, wordt de locatie
ook verwijderd.
Automatic Lowering Wanneer de Model S sneller rijdt dan
gebruikelijke snelheden voor opritten of
parkeerplaatsen, verlaagt de actieve
luchtvering de hoogte automatisch om de
aerodynamica en de wegligging te verbeteren. Voor de meeste rijsituaties met normale
snelheid stelt de vering zich automatisch in op
Standard. Zoals hierboven beschreven zakt de
vering automatisch bij hogere rijsnelheden wanneer u de hoogte handmatig aanpast.
De actieve luchtvering behoudt voor en achter ook dezelfde hoogte wanneer u veel bagagemeeneemt.
U kunt de snelheid waarbij de luchtvering
automatisch overschakelt op de rijhoogte
LOW aanpassen door op Controls > Suspension > Automatic Lowering op het
touchscreen te tikken. Deze instelling wordt
opgeslagen in uw Driver
Profile.
Opmerking: U kunt de rijhoogte tijdelijk
onderdrukken door het rempedaal in te
drukken, op een optie voor luchtvering in
Controls > Suspension te tikken en vervolgens
handmatig een rijhoogte te kiezen. De
automatische verlaging van uw vering wordt
hervat wanneer u de volgende keer met de auto rijdt.Bij een storing in het systeem gaat
een geel controlelampje op het
instrumentenpaneel branden. Neem
contact op met Tesla als de storing
blijft bestaan.
Jack-stand
Voordat u de auto kunt opkrikken of takelen
moet u de vering in de stand Jack zetten om de automatische hoogteregeling uit te
schakelen, die zelfs actief is wanneer de
Model S is uitgeschakeld.
Trap het rempedaal in en tik op Controls >
Suspension > Jack.
Als de Model S in de stand Jack
staat, brandt het rode
controlelampje van de luchtvering
op het instrumentenpaneel.
Tik nogmaals op Jack om deze stand uit te
schakelen.
Opmerking: De Jack-stand wordt automatisch uitgeschakeld als de auto harder dan 7 km/h
rijdt.
Actieve luchtvering
Touchscreen gebruiken117
Page 119 of 202

Overzicht
Tik op de applicatie Media Player om naar de
radio te luisteren, muziek of podcasts te
streamen of audiobestanden vanaf uw telefoon of een aangesloten USB-apparaat afte spelen. U kunt luisteren naar AM-, FM-
(inclusief HD) en DAB-radio (indien uw auto is uitgerust met het optionele Sound-pakket). U
kunt ook luisteren naar internetradio (zoals
TuneIn) , Spotify en naar audiobestanden die
op een Bluetooth-apparaat of een USB-stick
staan.
De beschikbare bronnen worden boven in
Media Player weergegeven: Radio, Spotify,
TuneIn en Phone. Een extra bron, USB, wordt
getoond wanneer u een USB-stick aanbrengt
in de USB-aansluiting (zie USB-poorten op
pagina 122). U kunt door de beschikbare
inhoud in Media Player bladeren door op een bron te tikken of met de functie Search naar
specifieke inhoud zoeken (zie Zoeken in Media
Player op pagina 118).
Met de weergave Now Playing onder in Media
Player kunt u de media bedienen die op dat
moment wordt afgespeeld (bijvoorbeeld
pauzeren/afspelen, naar het volgende
nummer/de volgende zender gaan, etc.). In de
weergave Now Playing kunt u ook media die op dat moment wordt afgespeeld markeren
als favoriet (zie Favorieten en recente media
op pagina 120) en recent afgespeelde en
favoriete zenders, muziek en podcasts kiezen.
De weergave Now Playing wordt in combinatie
met iedere bron (Radio, Spotify, TuneIn, Phone, en USB) die u kiest in Media Player
getoond. U kunt de weergave Now Playing
gemakkelijk maximaliseren en minimaliseren
door erop te tikken.
Volumeregeling Rol het scrollwieltje links op het stuur omhoog
of omlaag om het volume van Media Player te
regelen. Tik op het scrollwieltje om het volume
te dempen.
Met het scrollwieltje regelt u het volume voor
media, navigatie-aanwijzingen of
telefoongesprekken, afhankelijk van wat op
dat moment via de luidsprekers wordt
weergegeven. Als u naar een nummer,
audiobestand of podcast luistert terwijl u
wordt gebeld of de Model S een
navigatieaanwijzing via de luidsprekers
weergeeft, wordt het geluid van het nummer,
het audiobestand of de podcast tijdelijk
uitgeschakeld.
Opmerking: Wanneer u tijdens een
telefoongesprek het volume dempt, wordt de
microfoon ook gedempt.
Audio-instellingen
Met bedieningselementen voor het instellen
van fade, balans en tonen kunt u in
Page 120 of 202

AM- en FM-radioMedia Player biedt zowel AM als FM-
radioservice, die u in de bron Radio kunt
selecteren. Om de radio af te stemmen op een
specifieke frequentie, kiest u een frequentie en
tikt op de pijltoets Volgende of Vorige om van de ene frequentie naar de volgende (of
vorige) te gaan. U kunt ook met uw vinger op
de tuner tikken of slepen om de gewenste
frequentie te kiezen. De drie balken links van
het frequentienummer geven de signaalsterkte
voor de gekozen frequentie aan. Tik op HD om
HD-versies van beschikbare frequenties af te
spelen.
Markeer een radiozender als favoriet, zodat
deze in de bron Radio wordt weergegeven en
gemakkelijk toegankelijk is (zie Favorieten en
recente media op pagina 120).
DAB-radioservices
Als de Model S is uitgerust met het optionele
Sound-pakket, kunt ook DAB-radio selecteren
in de bron Radio van Media Player.
U kunt een DAB-radiozender kiezen door in
een zenderlijst voor uw regio te bladeren of
door op de knoppen Volgende of Vorige in de
weergave Now Playing weer te geven.
Media en audio
Touchscreen gebruiken119